Het afgelopen jaar is voor mij een goed boekenjaar geweest. Ik heb kunnen meewerken aan vele mooie uitgaven, zoals Geleefd geloof, het geloofsleven van boeren en burgers in Friesland en de Ommelanden van Groningen en Macht, bezit en ruimte, de afscheidsbundel voor prof. Hans Mol.
Vanwege Corona heeft de publicatie van een ander boek wat langer op zich laten wachten. Op een mooie nazomerdag in augustus is Twee vrouwen. Twee levens gepresenteerd in Wirdum, waar het verhaal zich deels afspeelt.
Deze boeiende en rijk geïllustreerde dubbelbiografie beschrijft de geschiedenis van twee onbekende Friese vrouwen uit de 19de eeuw. Ze kwamen uit de familie Vlaskamp, waren achternichtjes en wisten van elkaars bestaan, maar toch verliepen hun levens totaal verschillend. Het ene nichtje kwam terecht in de sloppen en stegen van Utrecht, het andere werd een gerespecteerde doktersvrouw in Leiden.
Jelske Vlaskamp, in 1832 geboren in Dokkum, was de zuster van de beroemde Friese tuinarchitect Gerrit Vlaskamp, en het zwarte schaap van de familie. Ze werd naaister, raakte ongehuwd zwanger en baarde een doodgeboren kindje. In Harlingen begon ze een nieuw leven als dienstmeisje, maar nadat ze een hoedje van haar meesteres had gestolen, moest ze zes maanden in de gevangenis doorbrengen. Opnieuw zwanger geworden, werd ze door haar familie verbannen naar Utrecht. Daar wachtte haar een bijzonder hard leven en verloor ze zeven van haar acht kinderen. In de archieven is haar spoor te volgen van het ene slop naar het andere Utrechtse steegje.
De lezers kunnen de voetsporen van Jelske volgen. Het boek bevat een plattegrond en een stadswandeling langs alle stegen in Utrecht waar Jelske heeft gewoond.
Janke Diderika Vlaskamp, geboren in 1826, was de dochter van Gerrit Arents Vlaskamp, chirurgijn te Wirdum (Fr.). Zij trouwde met haar neef, de marinearts Doeke Hellema. Het gezin verhuisde naar Den Helder en later naar Leiden. Doeke Hellema schreef een autobiografie, dus het leven van Janke was eenvoudig te reconstrueren. Ik heb haar poëziealbum mogen beschrijven. Allemaal rozengeur, lijkt het, met mooie gedichtjes en prachtige staaltjes van huisvlijt van lieve vrienden en familieleden. Toch was ook Jankes leven niet zonder tegenslag. Ze verloor een zoontje en de zorgen om haar oudste dochter, de doofstomme Magdeldje, hebben haar leven bepaald.
Twee vrouwen. Twee levens is geschreven door vier vrouwen. We zijn in 2017 met het project begonnen en het is zo’n leuke ontdekkingstocht en samenwerking geweest! Margreet Nauta is een directe afstammeling van Janke Diderika en kon putten uit dagboeken en familiealbums. Titia van Wulfften Palthe stamt af van Jantje, een zuster van Janke Diderika. Zij vertelt de geschiedenis van de portretten van de ouders van de twee zussen. En het verhaal van Jelske is opgetekend door Aly van der Mark. De overgrootmoeder van haar man, Ids Westra, was een zuster van Jelske.
Aly van der Mark is ook de trotse eigenares van het poëziealbum van Janke Diderika. Ik heb naar de verzen gekeken, de illustraties en ook onderzoek gedaan naar de vrienden- en familieverbanden. Het was prachtig om het album zo diepgaand te kunnen bestuderen.
Aly van der Mark, Margreet Nauta, Titia van Wulfften Palthe, Martha Kist, Twee vrouwen. Twee levens. Voor- en tegenspoed in de 19de eeuw (Leeuwarden: Het Nieuwe Kanaal, 2021). Gebonden, 136 pagina’s, ill., krt. ISBN 9789492457530. € 22,50
Inderdaad een mooi boek en ik heb met plezier op de achtergrond onderzoek gedaan in o. a de Utrechtse archieven naar de levenswandel van Jelske.