Het legaat

Het was prachtig zomerweer. Jan Jansen Finck floot een deuntje, terwijl hij nog eens het gewicht van de geldbuidel in zijn hand voelde. In zijn rugzak zaten de inkopen die hij in Leeuwarden had gedaan. Hij verheugde zich nu al op het blije gezicht van zijn lieve vrouw Antje, als hij de mooie lap stof zou laten zien die hij voor haar had gekocht, er was genoeg om voor haarzelf een jak en een nieuwe rok te kunnen naaien. Voor de meiskes had hij twee zilveren vingerhoeden gekocht. Hij was een spaarzaam man, zijn dochters waren ondertussen flinke meiden die al bijna uit werken konden gaan, hij kon hij ze maar beter iets geven waar ze nut van hadden. ‘Zilver behoudt altijd zijn waarde’, dacht hij nog eens, tevreden met zichzelf.
Zodra hij Aldtsjerk achter zich had gelaten, kon hij verderop tussen de bomen de kerktoren van Rinsumageest ontwaren. Daarachter lag de state van zijn werkgever, Minne Frans van Burmania en diens vrouw Anna Lucia Andriesa van Camstra. Hij werkte nu al heel wat jaren als tuinman op Tjaardastate. Het was een prachtig buiten, maar zijn heer was geen makkelijk heerschap; Jan Jansen was soms achter met de huur die hij voor zijn woning aan Van Burmania schuldig was. Daarom was Jan ook zo blij dat hij nu met zo’n dikke beurs thuiskwam.

Tjaardastate te Rinsimageest door Bulthuis, ca. 1795

Zijn familie had dit alles te danken aan mademoiselle Marie Ganar. In het voorjaar van 1723 was haar gezondheid behoorlijk achteruit gegaan. Eind april was zijn vrouw Antje ’s avonds opgeroepen om bij mademoiselle, die ziek te bed lag, te getuigen. Ook Catharina Douwes, huisvrouw van Gerrit Harmens, en Harmke Fransen, de dienstmeid van ds. Grevenstein, moesten getuigen. Juffrouw Ganar wilde honderd gulden nalaten aan Trijntje Pieters, de vrouw van Frederik Harmens, die haar tijdens haar ziekte zo trouw had verzorgd. Als bewijs van haar aanwezigheid moest Antje een kruisje zetten onder het document dat chirurgijn Bantert hierover had opgesteld.
Trijntje Pieters had het niet helemaal vertrouwd en had gevraagd: “Van wie zal ik die honderd guldens dan ontvangen?” Mademoiselle had geantwoord: “Die zul je in klinkende munt ontvangen van de Franse diaconie in Leeuwarden, aan wie ik mijn bezit nagelaten heb.”
Mademoiselle Ganar was zo goed voor hen geweest! Ze had een speciale band met hun dochtertjes Jetske en Sjoukje en had op 18 april, toen iedereen dacht dat ze het tijdelijke met het eeuwige zou verwisselen, haar testament opgemaakt. Chirurgijn Bantert, die ook dorpsrechter was, was daarbij getuige geweest. Jetske en Sjoukje hadden samen 150 Caroliguldens gekregen, stel je eens voor wat een rijkdom!
Vandaag had hij het legaat uitbetaald gekregen door penningmeester Gerroltsma van de Waalse kerk, zoals de Franse kerk ook vaak werd genoemd. Jan was samen met Frederik Harmens vanuit Rinsumageest naar Leeuwarden gelopen. Frederik wilde het geld dat zijn vrouw Trijntje had geërfd komen ophalen. Nadat ze samen een pul bier hadden gedronken op de goede afloop, was Frederik in de kroeg blijven zitten.
De zon scheen op de bleek bij hun huis toen Antje haar man zag aankomen. Ze omhelsde hem en trok hem mee naar binnen, benieuwd naar zijn verhalen en alles wat hij had meegebracht.

Het bovenstaande verhaal is geschreven op basis van het testament en legaat van Marie Ganar, Historisch Centrum Leeuwarden, Toegang 1711, archief van de Waalse gemeente, inv.nr. 594, nummer 14.
De vermelding over de huurschuld is gebaseerd op een huurschuld van Jans zoon Wybe, Tresoar, archief Tjaardastate te Rinsumageest, Toegang 313, inv.nr. 66.
Over Jan Jansen Finck zijn een aantal genealogische feiten nog niet bekend. Dit is wat we nu van hem en zijn gezin weten, voornamelijk gebaseerd op de Inschrijvingen Tietjerksteradeel e.o. uit de Verzameling Nieuwland-Tresoar, aktenr. 3437 en de Bevolking Tietjerksteradeel uit dezelfde verzameling, aktenr. 28426 via Allefriezen.nl.
Dankzij de vondst van het testament kan dochter Jetske toegevoegd worden aan het gezin en is ook bekend voor wie Jan Jansen Finck werkte. En we hebben zijn handtekening, hij had een geoefend handschrift!

Gezinsstaat van Jan Jansen Finck
Jan Jans(en) Finck, mogelijk gedoopt op 30 maart 1671 in Leeuwarden als zoon van Jan Jansen Finck en Rebecca Roelofs, wonende te Rinsumageest, hovenier en gardenier op Tjaardastate (1723), overleden vóór 1742.
Hij ging op 10 januari 1696 in Leeuwarden in ondertrouw en trouwde (1) in 1696 in Rinsumageest met
Aukjen Rykles, dochter van Rykle Popkes en Tryn Egberts, gedoopt op 23 juli 1675 in Rinsumageest, wonende aldaar, overleden vóór 1703 .
Hij trouwde (2) omstreeks 1704 met Antje Annes, dochter van Anne Sikkes en Jetske Sjoerds, wonende te Rinsumageest, overleden na 21 mei 1723.

Kinderen uit het eerste huwelijk van Jan met Aukjen:
1 Rykle Jans Finck, gedoopt op 2 augustus 1696 in Rinsumageest, wonende aldaar en in Bergen (NH), gardenier, overleden op 25 november 1733 in Bergen (NH).
Hij trouwde omstreeks 1730 in Rinsumageest met
Geertje Eelkes, geboren omstreeks 1710, wonende te Akkerwoude en Bergen (NH), overleden op 23 februari 1781 in Akkerwoude. Zij trouwde (2) op 12 mei 1737 in Akkerwoude met Lubbert Liepkes (1710-vóór 1743). Zij trouwde (3) op 22 juni 1749 in Akkerwoude met Johannes Tjebbes (ovl. vóór 1766).
2 (mogelijk) IJsbrand Jans Finck, overleden vóór 1742.
3 Wybe Jans Finck, gedoopt op 21 augustus 1698 in Rinsumageest, overleden voor 5 augustus 1740. Hij trouwde voor 1723 met Grietje Idses, overleden na 5 augustus 1740.

Kinderen uit het tweede huwelijk van Jan met Antje:
4 Jetske Jans Finck, overleden na 18 april 1723.
5 Sjoukje Jans Finck, wonende te Rinsumageest en Veenwouden. Zij trouwde op 7 juni 1745 in Veenwouden met
Hendrik Jacobs, geboren omstreeks 1702 onder Rinsumageest, zoon van Jacob Gerrits en Sjoerdje Rienks, veenbaas, wonende te Akkerwoude en Veenwouden, overleden omstreeks 1767 in Veenwouden.
6 Sjoerd Jans Finck, gedoopt op 16 juni 1715 in Rinsumageest, wonende te Alkmaar, overleden na 1742.
7 Jan Jans Finck, wonende te Bergen (NH), overleden na 1742.
8 Anthony Jans Finck, wonende te Harlingen.

Testamenten in het achief van de Waalse gemeente te Leeuwarden

Soms heb je een toevalstreffer. Zo ontdekte ik dat er in een inventarisnummer van het archief van de Waalse kerk in Leeuwarden, met in- en uitkomende post uit de jaren 1643-1814, ook hele andere interessante stukken zaten. Namelijk testamenten! Voorin dit inventarisnummer zit een lijst, een nadere toegang dus. Die heb ik overgenomen en een heel klein beetje aangevuld of verbeterd, want er zaten een paar fouten in de lijst voor wat betreft de namen in de testamenten.
Ik hoop dat andere onderzoekers profijt zullen hebben van deze nadere ontsluiting. Binnenkort schrijf ik een blog over het testament waar ik heel erg blij van werd!


Historisch Centrum Leeuwarden, Waalse Gemeente in Leeuwarden, Toegang 1711 inv.nr. 594, pièces recues et expédiées


Inventaris van eenige papieren, die van tijd tot tijd bewaard en gevonden zijn in de geldkiste ten dienste deeser Gemeente, staande in de Consistorie kamer.
Nummers aan de stukken gegegven bij het opmaken van een nieuw register in 1848

2. Twee acten tusschen differente echtelieden op pergament, grootendeels onleesbaar.

3. 1648 Een testament van David Clijmen, soldaat onder de compagnie van den Capitain Sybranda van Walta en Antje Hendricks, echtelieden.

3a. 1658 Een testament van Pieter Martens, Corporaal onder de Zwitsers onder Graeff Mauritius Compagnie, en Antje Hendricks, echtelieden.

1668 Eene missive uit Leyden voor een fonds voor studenten
(niet gevonden in 1848 bij de opmaking van een nieuw register.)

4. 1672 Eene Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij jaarlijks aan de Kerk voor daagelijks onderhoud geaccordeert worden / 125 gulden.

5. 1676 Eene Resolutie der Heeren Gedeputeerden, waarbij aan de Fransche Diaconie worden toegekend de boeten, voorvallende bij de tafel, alsmede de huishuur van de overleedene zieketrooster.

6. 1688 Eene Resolutie der Heeren Gedeputeerden Staaten, waarbij aan de Fransche kerken in dit gewest bij touren twee kerken te committeeren naar de Synodes op een subsidie van Eenhonderd daalders.

7. 1699 Testament van Jean Closié te Amsterdam in het Fransch.

8. 1701 Het testament van Jean Bartingh en zijn vrouw, die bij het kinderloos afsterven de Waalsche gemeente Erfgenaam maaken.

9. 1702 Het testament van Mejuffer Marie Dupré, refugiée qui a fait un leg. de / 200 flor. aux pauvres de l’Eglise Wallonne de Leeuwarden.

10. 1703 en 1704 alles wat relatie heeft tot de verkoop van twaalf grafplaatsen in de Fransche kerk.

11. 1715 het testament van Jean Raymond et demoiselle Marie Dicq.

12. 1718 Het testament van Marie Bech, veuve de Louis Vaudraine waar bij de armen deeser Gemeente gesubstitueerd worden voor de helft by zeekere toeval.

13. 1720 verhaal voor ’s Hofs comissaris omtrent de effecten, behoorende tot de boedel van wijlen mejuffrouw Marie Bech.

14. 1723 Het testament van Marie Genaer, die de Fransche diaconie binnen Leeuwarden tot haar erfgenaame heeft aangesteld.
Nuncupatief codicil van Jufrouw Genaer.

15. 1727 Het testament van Jean Clozié en Jeanne Louise Gonzal.

16. 1735-1736-1738 Requesten van de Consistorie, omtrend de boetens op Het collegie.

17. 1741 Request en contrarescriptie van den kerkenraad, omtrend de aanstelling van iemand tot ouderling en diaken in de Neederd. Gemeente, die in de Waalsche Gemeente die posten hebben waargenoomen.

18. 1745 Het testament van Tjaltje Celis, die Jean Closié tot Erfgenaam aanstelt.
Het testament van Jean Closié die Tjaltje Celis tot Erfgenaam aanstelt.

19. 1747 Het testament van Jean Closié die de Waalsche diaconie tot Erfgenaam aanstelt.

20. 1748 Een acte van donatie inter vivos van Jufrouw Dauphine Venes, waarbij de kerkenraad aanneemt de donatrice te onderhouden.

21. 1752 Un acte secret, relatief à l’articel 42 du synode asseblé à Amsterdam dans le mois de Juin 1752.

22. 1754 Extract uit het Resolutie boek der Gedeputeerden, waar bij gestatueerd word dat geen van beide kerkenRaads adtestatien op behoorlijke wijze van hun verzogt, aan Leedemaaten, die van een eerlijk en onverspraakelijk gedrag zijn, zal moogen weigeren maar aan weerskanten volgens order der kerk verleenen.

23. 1769 Het testament van Anne Marie Pommerolles, die de Fransche diaconie te Leeuwarden tot erfgenaam heeft aangesteld.

1771 Een Lijst der gereclameerde Banken
(niet gevonden in 1848).

24. 1782 Twee circulaires, om in Weenen eene Gereformeerde Gemeente op te rigten.

25. 1796 Eene Nauwkeurige uitrekening van de waarde der roerende en onroerende Goederen, toebehoorende aan de Fransche kerk binnen Leeuwarden, ter goedkeuringe aan de municipaliteit overgegeeven.

[de nummering verspringt van 25 naar 27]

27. 1800 Resolutie en Inventaris van de gereclameerde kerke goederen.

28. 1808 Rapport du President diacre P.J. Suringar, relatif les revenues et les depenses, tant ordinaires qu’extraordinaires de notre Eglise, avec toutes les pieces, y attachées.

Deese boovenstaande stukken zijn in de ysere kist, als de veiligste bewaarplaats, gevonden bij het afsterven van Ds. S. J. Renaud.

29. Project d’un plan pour former un fonds général pour subvenir aux honoraires des pasteurs et emerites et aux pensions des veuves des Pasteurs des Eglises Wallonnes dans la Republique Batave.

30. Une lettre de l’eglise de Maastrigt pour exprimer la consternation et la douleur, dont cette Eglise a été pénétrée à la lecture de la resolution qu’a pris le Synode de Breda contre les Eglises infortunées, qui ne plus du territoire Hollandois – 1m d’Aout 1802.
Extract uit het verhandelde bij den Minister tot de Binnenlandsche zaaken – van vrijdag den 13 November 1807, betrekkelijk de voorkomende vacaturen van Predicantsplaatsen bij de hervormde Neederduitsche Gemeenten, en het vermeerderen van het getal der Leeraars, die geheel of gedeeltelijk van den Lande of uit andere publieke kassen betaald worden
(niet gevonden in 1848).

31. Plan d’Inscription pour obtenir le tratement d’un pasteur.